Leer kaarten tellen als een PRO!

Moet je een echte ‘Rain Man’ zijn om kaarten te kunnen tellen? Nee hoor! Je hoeft geen wiskundig wonder of geheugenkampioen te zijn om de basis van kaarten tellen onder de knie te krijgen. Met een beetje oefening, het juiste systeem (zoals Hi-Lo card counting) en een vleugje geduld kom je al een heel eind.

Het is meer focus dan genialiteit – en met handige tools zoals de SuperBigWin Card Counting Trainer kun je het gewoon vanuit je luie stoel leren.

Tips voor gebruik van de SuperBigWin Card Count Trainer:

1. Begin langzaam: Start met lage snelheid en 1 deck om je brein op te warmen. Focus op het automatisch herkennen van plus- en minkaarten en bouw dan op naar hogere snelheid.
2. Zodra je stap 1 onder de knie hebt, verhoog je het tempo en voeg je meerdere decks toe. Train tot je zonder fouten de juiste telling geeft bij bijvoorbeeld 20 kaarten.
3. Zoek afleiding: Zet muziek aan, speel het op je telefoon op een drukke plek om de chaos van een echt casino na te bootsen.

Waarom het werkt

Deze geniale Card Counting Trainer maakt van kaarten tellen een soort spiergeheugen. Je leert razendsnel reageren, net als in een echt casino — maar dan zonder dat je zenuwachtig wordt of fouten maakt!

De oorsprong van kaarten tellen

De originele ‘card counter’ is Dr. Edward O. Thorp, een wiskundige en professor. In 1962 publiceerde hij het boek “Beat the Dealer“, waarin hij met behulp van statistiek aantoonde dat je Blackjack kunt verslaan door kaarten te ‘tellen’.

Hij gebruikte IBM-computers (die toen nog een hele kamer vulden) om simulaties te draaien en ontdekte dat het bijhouden van hoge en lage kaarten een voordeel van tot wel 1-2% kan geven ten opzichte van het huis.

Het idee achter kaarten tellen

Veel mensen denken dat je een fotografisch geheugen moet hebben en letterlijk elke kaart moet onthouden die op tafel komt — alsof je een menselijke computer bent. Maar niets is minder waar.

Het meest gebruikte systeem voor kaarten tellen, is Hi-Lo. Hierbij geef je simpelweg elke kaart die je ziet een waarde:

• +1 voor lage kaarten (2-6),
• 0 voor neutrale kaarten (7-9),
• en -1 voor hoge kaarten (10, plaatjes, Azen).

Je telt gewoon op of af terwijl het spel vordert. That’s it.

Je hoeft dus niet te weten of iemand een 3 ♥️ of een 4 ♣️ kreeg – je telt het allebei als +1. Het draait dus om lopend tellen, niet om onthouden. Als je tot 20 kunt tellen zonder te verdwalen, kun je kaarten tellen.

Kaarten tellen werkt omdat de verhouding tussen hoge en lage kaarten invloed heeft op wie er voordeel heeft:

• Veel hoge kaarten over (10, Azen)? ➤ Goed voor jou (meer kans op Blackjack, dealer bust vaker).
• Veel lage kaarten over (2-6)? ➤ Goed voor het casino (dealer kan makkelijker doorspelen zonder kapot te gaan).

Een card counter speelt volgens de basisstrategie, maar past de inzet en beslissingen aan op basis van de telling.

Zo verandert Blackjack van een puur kansspel in een spel van voordeelanalyse.

Kaarten tellen en de strijd met casino’s

Een van de bekendste/beruchtste kaarten-tel-verhalen is dat van het MIT Blackjack Team. Dit was een groep slimme studenten van onder andere MIT en Harvard die in de jaren ’80 en ’90 heel veel geld wonnen door casino’s te verslaan met hun geavanceerde kaarttel-technieken.

Onder leiding van Bill Kaplan combineerden ze wiskunde, training en teamwork tot een professioneel opgezet systeem met investeerders, salarissen en strikte speelstrategieën.

Anders dan Thorp gebruikten de MIT’ers een teamaanpak waarbij ‘spotters’ laag inzetten en de tafel in de gaten hielden, terwijl ‘big players’ binnenkwamen zodra het deck gunstig werd — met grote inzetten, precies op het juiste moment.

Ze wonnen tienduizenden dollars maar hun succes werd zo groot dat casino’s ze begonnen te herkennen en te weren, waardoor ze steeds nieuwe formats en teamsamenstellingen moesten bedenken.

Het verhaal kreeg wereldwijde bekendheid dankzij het boek Bringing Down the House en de verfilming 21. Het originele team is natuurlijk allang niet meer actief, toch leeft hun nalatenschap voort als hét voorbeeld van hoe je met slimme strategie en samenwerking het casino systeem écht te slim af kunt zijn.

Tegenwoordig?

Het MIT-team heeft de casino’s wakker geschud. Ze lieten zien dat een goed getraind team met een solide systeem structureel winst kon maken, en dat is natuurlijk een nachtmerrie voor elk casino.

Tegenwoordig is kaarten tellen nog steeds mogelijk — maar het is een kat-en-muis-spel geworden tussen slimme spelers en scherp oplettende casino’s.

De meeste casino’s hebben grootst geïnvesteerd in anti-card counting maatregelen zoals:

• Er wordt gespeeld met meerdere decks (vaak 6 of 8 tegelijk) om het effect van tellen te verkleinen.
• Vaker schudden, of automatische shufflers die kaarten continu mixen.
• Beveiligingscamera’s en floor managers die inzetten en gedrag analyseren.
• Spelers weigeren of verbannen als ze verdacht veel winnen of ineens grote inzetten plaatsen.
• “No mid-shoe entry” regels: je mag pas instappen aan een tafel als het deck opnieuw geschud is.

Helemaal waterdicht is het systeem niet en in fysieke casino’s werkt kaarten tellen theoretisch nog steeds – als je goed geoefend bent en niet opvalt.

In het online casino is het zinloos door automatische reshuffles en Random Number Generators (RNGs). Alleen bij live Blackjack zonder automatische schudmachines zou het in zeldzame gevallen nog enigszins mogelijk zijn.

Is card counting moeilijk?

Kaarten tellen klinkt misschien intimiderend, maar het valt echt mee.

Het principe van kaarten tellen is dus niet moeilijk, maar het goed doen in een echt casino is wél lastig.

Dat komt o.a.door:

1. Snelheid en afleiding: Dealers delen snel, er is lawaai, mensen praten, soms probeer je tegelijk ook nog een drankje te regelen terwijl je ook probeert je eigen beslissingen te nemen én de telling bij te houden.=
2. Meerdere handen tegelijk: In een volle tafel worden er veel kaarten gedeeld. Je moet álles tellen, niet alleen je eigen hand.
3. Ware telling berekenen: Bij meerdere decks moet je continu inschatten hoeveel decks er nog over zijn en de juiste deling maken.
4. Onopgemerkt blijven: Je wilt geen aandacht trekken. Dus je moet normaal gedrag tonen, terwijl je eigenlijk super gefocust bent. Bovendien mag je inzetgedrag niet opvallen, je kunt dus niet ineens raar of verdacht in gaan zetten, ook al zegt de telling dat je dat moet doen.

Het Hi-Lo systeem, de populairste methode, is echter gemakkelijk onder de knie te krijgen.

Oefenen kun je gewoon thuis doen, op papier of met onze Card Count Trainer hierboven, en binnen de kortste keren houd je moeiteloos de lopende telling bij.